zaterdag 28 april 2012

Bazen in het peloton

De eerste baas is een renner van Movistar.
Nu de crisis ook in het peloton voelbaar is en sommige ploegen ook op bidons bezuinigen komt de creatieve renner bovendrijven.




















De tweede baas is Iljo Keisse.
Iljo leidde met nog een kilometer te gaan met 35 seconden voor het peloton in de ronde van Turkije.
Dan gaat het mis voor de rappe Belg:  in een scherpe bocht gaat hij onderuit en ter overmaat van ramp ligt ook zijn ketting eraf.
Hij heeft 35 seconden om op te staan en die ketting er op te leggen, op gang te komen en uit de greep van de aanstormende sprinters te blijven.



vrijdag 27 april 2012

Van Groningen naar Milaan in 2002: een enerverende tocht.

Zaten we gisteren nog in het noorden van Nederland met de terugblik op de proloog in Gironingen,  nu dalen we op de kaart af richting het zuiden.

De eerste etappe gaat naar de oosterburen en dan naar Münster.
Voer voor het sprintersgilde  en helaas ook voor een flinke valpartij waarin Michael Boogerd en Michele Bartoli twee belangrijke slachtoffers blijken te zijn.
Boogerd kan na een ziekenhuisbezoek opnieuw opstappen, maar voor Michele Bartoli zijn de druiven zuurder: met een gebroken heup kan hij voor een tijd het wielrennen vergeten.

Cipollini ondergaat in twee etappes drie metamorfoses: van het luipaardenpak naar zijn normale koersshirt, naar de Maglia Rosa vanwege de etappewinst en de bijbehorende bonificaties.

Boogerd had wellicht de roze trui over willen nemen in de volgende rit, maar verloor teveel tijd met de val.
In Luik kon hij toch goed mee  en werd zesde in de sprint van een elitegroepje met onder meer Garzelli, Casagrande, Heppner, Verbrugghe, Rebellin, Hamilton,  Scarponi, Frigo en Evans.

Gilberto Simoni moet een kleine halve minuut toegeven, in een groepje  waarin zich ook Savoldelli bevindt.

De Giro terug in Italië

Garzelli brengt het roze naar Italië alwaar de eerste bergen meteen voor de wielen zijn geworpen.
Stefano verdedigt de trui in deze prima  en heeft al een redelijke marge opgebouwd op zijn achtervolgers Casagrande en Simoni (43 seconden en 1 minuut).

De volgende dag moet hij echter niet alleen de trui verdedigen (wat hij overigens niet doet door een vluchtersgroep weg te laten rijden).
Stefano blijkt namelijk een "niet negatieve" test te hebben afgelegd op een maskeringsmiddel.
Na alle schandalen van 2001  beginnen we dus alweer erg positief aan deze editie.


Garzelli mocht in de Giro blijven, tot de contra-expertise uitsluitsel zou geven op gebruik van een middeltje dat Pedro Delgado way back in de jaren '80 ook al eens bijna uit de Tour liet verdwijnen.
Echter stond het destijds nog niet op de zwarte lijst van de UCI en mocht hij ongestraft doorkoersen.



In afwachting van de resultaten ging het natuurlijk niet al te lekker met de snelle Italiaan, maar aanklampen kon hij desondanks toch wel.
Uiteindelijk valt het doek een paar dagen na de eerste positieve berichten: ook de contra is positief en Garzelli mag opkrassen.

In de zaak die volgt is er nog de verklaring dat hij een verontreinigde waterhoen heeft gegeten, terwijl de ploegleiding nog probeert met een indianenverhaal over iemand die het middel in de melk zou hebben gegooid.

Garzelli niet alleen in de problemen.

Een aantal tussenritten waren prooi voor Rik Verbrugghe en Aitor Gonzalez, Cipollini en McEwen.
Saai is het echter niet, want er volgt opnieuw een positief plasje tussen de bedrijven door.
Ditmaal is het afkomstig van de regerend winnaar Gilberto Simoni, die niet in de Giro d' Italia maar in Trentino  nat ging.
Ook hij mag nog blijven zolang het tegendeel nog bewezen kan worden.

Bij Gibo is cocaine  het gevonden verboden middeltje  en de verklaring voor het aantreffen van het witte goud zou leiden tot een van de leukste smoezen in de wielergeschiedenis.

Het zou de tandarts zijn geweest die hem wat coke toediende tijdens een verdoving.
Maar in latere versies kon het ook de koffie van zijn schoonmoeder zijn geweest die uit Colombia afkomstig was,  of zelfs nog een vreemd honingsnoepje van tantelief.



De volgende dag zet hij in elk geval de woede over zijn positieve test maar eens om in een driemansportie Grinta (zonder Colombiaanse toevoegingen?) en wint de bergrit naar Campitello Matese.
 

Roze wordt in die dagen met hand en tand verdedigd door "osso duro"  Jens Heppner.
Achter hem in het klassement volgen Casagrande, Simoni en Savoldelli  en ook jonge talenten als Popovych en Evans klimmen de top tien binnen.


Nagenieten van de overwinning deed Simoni niet meer in het Giropeloton: de volgende dag besluit Saeco dat het voor Gibo beter is om de race te verlaten.




Achter Jens Heppner, die het grootste deel van de Giro het roze zal dragen, schuift het veld knusjes bijeen, met Casagrande als grootste kanshebber om de trui uiteindelijk over te nemen.
Cadel Evans en Tyler Hamilton hebben de betere tijdrit gehad, maar er komen nog een aantal bergetappes om alsnog het verschil te maken.

Meer controverse




In de vlakke rit, tussen de tijdrit en de Dolomieten in,  wordt het peloton opgeschrikt door een zware valpartij.
Slachtoffer van de crash is de Colombiaan Fredy Garcia, die bewusteloos en met een flinke hoofdwond achterblijft.
De dader van de val blijkt Casagrande te zijn, die hem in een sprint om bergpunten in de hekken zou hebben gereden:  voor de organisatie reden om hem per direct uit de wedstrijd te gooien.

In de Dolomieten neemt Cadel Evans het roze over van de moedige Heppner  en Savoldelli toont zijn valkenafdalingen om eens een aantal kostbare seconden goed te maken.
Seconden zijn belangrijk in een Giro waarin het tot het einde spannend lijkt te blijven met slechts een bergetappe te gaan, twee vlakke ritten en 44 tijdritkilometers  terwijl de eerste zes binnen een minuut van elkaar staan.

Beslissing op het einde



Wat volgt is een warme dag waarin er wat bergjes overwonnen moeten worden, alvorens de slotklim op de Passo Coe wellicht uit moet wijzen wie de Giro wint.
Anders wordt het wachten tot de tijdrit op de voorlaatste dag.


Cadel Evans heeft dan wel de roze trui, maar voor hem is het de allereerste grote ronde  en als knecht van Garzelli aan de missie begonnen.
De koers breekt  open op die slotklim en al gauw begint het bij Dario Frigo (op dat moment derde)  te piepen en te kraken: einde topambities voor de volgende man.

Hamilton is wel in goede doen en valt aan,  in de hoop de rest voorgoed op achterstand te zetten.
In het geval van Cadel lukt dat overduidelijk: het Australische licht dooft langzaam, een gat van meters wordt een gat van hectometers.
Hoe leeg de Aussie is blijkt wel uit het feit dat hij een kwartier verliest in die laatste 9 kilometer.
Lijden op de fiets wordt andermaal mooi verbeeld.

 














Vooraan heeft Savoldelli nog meer over  dan Hamilton  en vouwt de Giro in een beslissende plooi.
In de tijdrit kan vervolgens niemand de valk nog bedreigen.






donderdag 26 april 2012

Giro d'Italia 2002: voorheen de noordelijkste Giro Partenza Grande

Een Girostart in Groningen  was tien jaar geleden een opmerkelijk feit.

De stad wilde meer op de kaart komen te staan  en door een goede lobby van verschillende enthousiaste mensen, instanties en overheden lukte het dan ook om de Girostart van 2002 binnen te halen.

In tegenstelling tot de Tour de France  was de Giro zelden in het buitenland gestart  en was de Gran Partenza die het dichtst bij het kikkerland in de buurt werd gehouden die van 1973, in Verviers.

Op zaterdag 11 mei is het zover.
Groningen staat op de kaart volgens burgemeester Wallage  en mag dat weekend door het leven gaan als "Gironingen".

Het feit dat de giro veel minder leeft dan de drie weken door Frankrijk in juli is niet meteen te merken aan het enthousiasme in de stad.
Met zo'n 70.000 toeschouwers  komt er toch aardig wat volk op af, al is dat een schijntje bij de hoeveelheden mensen die naar de Tourstarts in Rotterdam en Den Bosch zijn gekomen of zouden komen.


Aanvankelijk ging men voor een redelijk veilig parcours door de stad met zelfs de finish ergens buiten het centrum.
De Giro-organisatie kwam dat eens beoordelen en besliste dat er zeker meer spettacolo in de proloog gegooid mocht worden.
Weg met het veilige plan  en het parcours werd door de binnenstad getrokken, met de finish op een cameragenieke plek met het kanaal en het Groninger museum als decor.

Ondanks de licht tegenvallende opkomst en een wat koel grijs weer  was lo spirito del giro zeker aanwezig.
Aleen al de aanwezigheid van Cipo die de proloog zou afwerken in een tijgerpakje  deed de temperaturen stijgen.
Rik Verbrugghe deed nog een duit in de zak door lange tijd als laaglander de snelste tijd in bezit te hebben.
Op het moment dat hij voor de Belgische commentatoren zijn overwinning wil gaan vieren knalt een Spanjaard toch nog een seconde van Riks toptijd af, Merda!

Michael Boogerd rijdt in Groningen  de proloog van zijn leven, met een zeer verrassende achtste tijd.
Hoop op een roze trui in een van de ritten in de Ardennen verliest hij de volgende dag overigens weer gauw, door te vallen en het peloton niet meer terug te vinden.

De bijzondere start in Groningen zou een inleiding zijn van een even spektaculaire als vreemde Giro met leuke schandalen, fameuze inzinkingen en andere interessante ontwikkelingen.










dinsdag 24 april 2012

In een hotelkamertje

Daar zaten eens twee Kazakken in een Turkse hotelkamer Luik - Bastenaken - Luik  te kijken.
Zei de een tegen de ander: "Dat broertje van je laat eindelijk zien tot wat hij in staat is".

Deze broer van Valentin Iglinskiy toonde al eerder dat hij wat kan, door een aantal ritten in de kleinere rittenkoersen te kapen  en uiteraard de Strade Bianche van 2010 op zijn naam te schrijven.
De winnaar van La Doyenne in 2010, Vinokourov, zei toen tegen Maxim dat hij kon rijden als een Valverde.
Maxim antwoordde bescheiden: Nee hoor,  ik ben echt niet zo'n goede renner als Alejandro!"


Een periode van minder motivatie volgde, maar Vino wist hem nieuwe hoop in te spreken.
Volgens de overleveringen heeft de oudere Kazak hem de instructies gegeven hoe hij de koers aan moest pakken.

Op het Nibali-terugpakkendeel na werd het dan inderdaad ook bijna een exacte kopie van 2010.


maandag 23 april 2012

De Ronde van Roman(dië)

Zal het dit jaar weer de Ronde van Roman worden?
Roman start als eén van de favorieten in de ronde  en won 'm al in 2009  waarnaast hij in 2008 tweede werd.
Gezien het parcours is het voor de hand liggend dat een tijdrijder met een stel klimmersbenen en een goede ploeg om de boel bijeen te houden de meeste kans heeft.
Bradley Wiggins lijkt de voornaamste favoriet naast Kreuziger.

Cadel Evans doet eveneens mee, maar de vorm is nog niet dusdanig dat hij hier mee gaat doen.
Zo lijkt het tenminste.

Naast deze mannen zijn er ook Fuglsang, Spilak, Nocentini, Westra, Mollema, Rolland, Daniel Martin, Van Garderen, Hesjedal, Brajkovic, richie Porte,  Cobo, Froome, Menchov, Basso en nog een aantal outsiders of aanvallers aanwezig die wellicht op z'n Albasini's  vanuit een vlucht gekke dingen kunnen doen.

De Proloog is zoals vanouds in Lausanne, opgevolgd door een heuvelachtig ritje naar Chaux de Fonds.
Donderdag komen wat bergen voor in het parcours, maar de finish ligt in een dal.
Vrijdag wordt er wel bergop gefinisht in Charmey  en zaterdag weer in het dal in Sion na een drietal beklimmingen.
De afsluitende tijdrit is wel een klimtijdrit op Crans-Montana.
Het profiel van de tijdrit is erg onregelmatig: starten op 1257 meter hoogte, even bergop in de eerste kilometer en dan een afdaling van 3 kilometer, naar een slordige 1100 meter.
Na de afdaling volgt een klim van zo'n 5 kilometer waarin op 1512 meter een bergsprint is gelegd, vervolgens is het dan nog een golvende 6-7 kilometer naar de finish.

Thomas Dekker kent hier de weg nog van de Ronde van Zwitserland in alweer 2007.
Dat was ook het jaar waarin Zwitserland hem goed lag, want hij had toen  al de eindzege in deze ronde van Romandië  op zak.

Dit jaar is hij er echter niet bij, hoewel zijn prestaties niet onaardig zijn tijdens zijn come-back (etappezege in de omloop van de Sarthe.) 


zondag 22 april 2012

De nieuwe Valk vanaf de Valkenrots

Lo Squalo wordt hij doorgaans genoemd: de haai.
Zijn afdalingen zijn echter vaak te vergelijken met die van een ander dier.
Echter had  deze gevederde baksteen  zijn naam al uitgeleend aan een andere landgenoot van Vincenzo, eentje die al wel de giro wist te winnen.
Wat niet is kan natuurlijk nog wel komen, maar tot dusver blijft de titel "Valk"  bij degene die met deze capaciteiten al eens zijn roze trui redde.

Vincenzo ging op de rots die vernoemd is naar de roofvogel er vandoor  om voor even zich toch Il Falco te wanen.
Het zag er heel goed uit voor de gelegenheidsvalk:  de groep achter hem vocht meer tegen elkaar dan dat er een serieuze organisatie kwam om jacht te maken.
Enkele favorieten bleken ook niet te pokeren, maar gewoon geen benen meer te hebben die wilden doen wat het koppie nog wel zou willen.

Saint Nicolas bleek echter geen valken te minnen, zelfs niet Italiaanse "Falchi" ondanks de landgenoten die in die contreien toch volop aanwezig zijn.
De benen hadden in weer en wind moeten rammen op het vlakke  en kwamen zichzelf tegen op dat deel waar het dan weer goed omhoog gaat.
Naast Nibali was in het grote ontbreken der topfavorieten in vorm een Kazach opgestaan in Maxim Iglinskiy die niemand nog had genoemd in al het geweld van de Schlecks, Gilberts, Vanenderts. Gasparotti en een half dozijn Spanjaarden.

Hij reed echter wel gewoon weg van al deze mannen, maar Nibali was nog een niveau te ver weg.
Dacht bijna iedereen,  tot Nibali zijn valkenveren verloren leek te hebben en weer als een haai op het wegdek begon te spartelen, op dat gemene hellende stukje richting de aankomst.
De rode vod is al te zien in de verte, maar voor Iglinskiy is er naast die rode driehoek ook een lichtgroene vlek te zien.
Lichtgroen komt ook langzamerhand steeds dichter,  lichtgroen ruikt dat Maxim nadert  en wenst dat de weg gauw stopt met hellen.
Liefst nog dat het als bij toverslag 10% gaat dalen.

De wens wordt niet gehoord en Iglinskiy heeft de haai binnengehaald, recht voor de neus van een aantal Italianen.
Nibali probeert even nog in het wiel te blijven.
Hij wordt echter getrakteerd op een Kazachstaanse versie van The Look.

Ondertussen zal ergens in een Turkse hotelkamer  Vino hebben zitten kijken en zichzelf weer zien koersen in dat shirt met de kleuren van zijn thuisland:  toen het niet The Look, maar The Cash was alvorens hij van Kolobnev wegreed.

zaterdag 21 april 2012

Een drieluik - Bastenaken - luik halen.

Okay,  de woordgrap is al vaker gemaakt, maar hij blijft wel leuk.
Drie jaar op rij Luik - Bastenaken - luik winnen is in de 120-jarige geschiedenis  nog maar drie renners gelukt.

De eerste triple werd meteen maar neergezet door een pionier: Léon Houa.
Deze Belgische coureur was de winnaar van de allereerste editie in 1892, van een peloton met 32 renners.
La Doyenne begon in die dagen als een amateurkoers, maar dat deed niet af aan de prestaties in die dagen.
Het aantal beklimmingen zullen lager zijn geweest dan 120 jaar later, maar de fietsen waren uiteraard nog van die logge bakbeesten met één versnelling.
Daarmee deed Houa de 250 kilometer toch in minder dan 11 uur en de twee in de wedstrijd volgde op 22 minuten  en dit deed hij een jaar later dunnetjes over door de naaste concurrenten op meer dan een half uur te rijden.

Toen Houa de eerste edities had gewonnen werd de koers in 1894 opgewaardeerd tot een profwedstrijd.
Dit maakte voor de Belg geen verschil: ook in dit veld was hij dat jaar de sterkste.
Het is dat na 1894 een gat zit tot 1908, anders had Houa misschien wel meer zeges op zijn naam geschreven.

Opvolging van zijn prestatie kon eigenlijk door maar één man gedaan worden.
De voor de hand liggende naam luidt Eddy Merckx.. 
Kannibaal Merckx won sowieso al vijf keer, zoals bijna elke grote koers  en een hegemonie van 7 jaar werd alleen voorkomen door Georges Pintes (1974)  en de tot voor kort de enige met een Parijs - Roubaix kwartet op zijn naam hebbende  Roger de Vlaeminck  (1970)

Bij het laatste trio kwam ook wat geluk van pas, hoewel deze man niet de minste was.

Moreno Argentin had in 1985 en 1986 getoond dat hij de allersterkste was in de Doyenne, maar in 1987 leek hij geklopt.
In de finale zijn Stephen Roche en Claude Criquielion hem voor, ze hebben een riante voorsprong als ze Luik binnenrijden.

Maar wat er dan gebeurt...

Een filmpje vind je bij de buren

Of hier, bij het eerste verhaal

vrijdag 20 april 2012

Roche Aux Faucons: wat eens de redoute was.

Waar in vroegere jaren de strijd in La Doyenne echt losging op de Redoute  bleek dat de jongste jaren pas na de Redoute de wedstrijd echt losging,  meestal zelfs pas op de Saint - Nicolas.

De organisatie besloot vervolgens om de Sart Tilman, die de koers ook geen echte wending kon geven te vervangen voor een andere klim die net wat steiler is en niet over een makkelijke brede weg loopt: de Roche aux faucons, ofwel de valkenrots.

Dit gebeurde in 2008, het jaar waarin ook La Manie aan Milaan - San Remo werd toegevoegd en sindsdien de koers toch wel wat leuke dingen heeft gebracht, al was het maar dat deze teveel werd voor een paar goede sprinters.
In 2007 en 2006 lag de koers nog op slot tot aan de slotklim, of zelfs tot in de straten van Ans, maar in 2008 was Andy Schleck dan al ala Boogerd in 2006 na de Redoute weggereden.

Op de valkenrots wordt er gekoerst: broer Frank, Rebellin, Valverde en Joaquin Rodriguez komen bij dit duo aansluiten  en hetzelfde groepje gaat ook uitmaken wie de opvolger wordt van Di Luca.
Rodriguez moet passen, Andy valt nog eens aan en wanneer deze bij de Saint Nicloas wordt teruggehaald doet Frank nog een poging,  maar Valverde en Rebellin laten hem niet gaan.

Het volgende jaar is Gilbert weggereden tussen de Redoute en de valkenrots, waarna Andy Schleck opnieuw de aanval kiest, in deze klim.
Gilbert wordt achtergelaten  en Andy rijdt naar een mooie solozege.

Ook in 2010 is het vuurwerk te vinden op de valkenrots.
Eerst gaat Andy Schleck, voor wie deze hindernis is wat de Eyserbosweg voor Boogerd was en de Taaienberg voor Boonen.
Gilbert volgt, maar ze moeten even verder in de klim hun meerdere erkennen in twee oostblokkers: Vino en Kolobnev.

Ook vorig jaar begon de strijd alhier.

De kans is bijna 100% dat het dit jaar opnieuw gebeurt, maar gezien de tamme koersen van de voorbije week kan het ook tegenvallen.

donderdag 19 april 2012

Luik - Bastenaken - Luik 2006: Boogerd probeert iets anders.

Michael Boogerd is een van de sterkste klassiekerrenners van zijn generatie, dat is zo ongeveer een feit.
Helaas heeft hij wat minder koersinzicht  en is hij vooral sterk in de koers zelf  want in een sprint om het af te maken komt hij vaak tekort op een andere renner.
Bij voorkeur zo'n Italiaans of semi-Argentijns krachtpatsertje.

Boogerd zal en wil een harde koers nodig hebben om meer kans te maken op de overwinning.
Helaas is dat steeds minder het geval in La Doyenne.
Als dan in 2006 op de Redoute wordt aangevallen door Bettini, Cunego en Kessler  zit Boogie er bij, om na de Redoute op kousenvoeten weg te rijden.

Boogerd krijgt slechts één metgezel, ene Joaquin Rodriguez van  Caisse d'epargne.
Deze Spanjaard zit netjes in het achterwiel te vertalen wat er op de rug van de Raborenner staat.
En er staat wel wat op die rug, zoals "Robeco" en "Rabobank", of is het Rob ego a Bank? 
Dat mag zijn teamgenoot Valverde weten.

Het peloton laat Boogerd en Rodriguez uitlopen tot driekwart minuut,  tot Paolo Bettini op de volgende klim een tegenaanval doet  en er gauw een pak seconden afrijdt.
Rodriguez komt wel eventjes op kop, maar doet alsof hij niet veel over heeft.
Michael trapt er in  en trapt door richting de Saint Nicolas, terwijl Bettini zijn chasse patat veilig opbergt onder zijn gouden helm.

Op de steile flanken probeert hij nog even een voorsprong te consolideren, met Rodriguez nog altijd op zijn achterwiel.
Maar ze voelen dat achter hen de hongerige meute naderbij kruipt, met Perdiguero als eerste wolf over de figuurlijke dam om een einde te maken aan een bijna naieve droom.

Na bijgehaald te zijn  rijdt Rodriguez nog even hard weg, Sinkewitz doet wat, Basso reageert en Boogerd probeert ook nog een paar keer mee te helpen een sprint te voorkomen.
Het zijn echter allemaal stervende zwanen,  terwijl er eentje nog geen trap teveel deed: Alejandro Valverde.
De afloop is in dit geval wel te raden.

Boogerd wordt ondanks alle inspanningen nog vijfde.

woensdag 18 april 2012

Lekker op Chasse Patat gaan

Voor de komende Giro heb ik een alternatief klassement in gedachten.
Dit klassement zal geheel gewijd zijn aan de Chasse Patat  en de lengte en/of nutteloosheid van de pieperjacht.

Welke renner doet dit het langst van de hele Giro, of welke renner besluit een enorm zinloze versie die bijvoorbeeld begint op een moment dat een kopgroep al minuten vooruit is met de Chasse vanuit het peloton  en er kilometers lang ergens tussen blijft zwemmen (als een pieper die bijna gaargekookt wordt).

Vandaag is het Sander Armee die voor de patatten zorgt in de buurt van Huy.

dinsdag 17 april 2012

Een massasprint bergop

De Waalse Pijl  is min of meer te vergelijken met de Amstel Gold Race qua gemiddeld koersverloop.
De echte strijd begint pas op een van de voorlaatste beklimmingen  en het liefts nog op de laatste klim, die net als in de Gold Race in de laatste kilometer ligt.

De Muur van Huy is wel iets steiler dan de Cauberg, maar vaak heeft het iets van een massasprint  met soms heuse treintjes voor de kopmannen in de aanloop naar de aankomst.
Het is dat Cavendish niet kan klimmen, maar anders had hij nog aardige papieren gehad.

De aankomstklim tegen de Muur begint 1200 meter voor de finish van de Waalse Pijl en is dan twee keer eerder in de westrijd beklommen om de renners er aan te helpen herinneren dat het geen lief keuvelheuveltje is.
In het gemiddelde (eigenlijk wel ieder jaar gebruikelijke) verloop van de wedstrijd komt er een peloton aan de voet en begint de climax, het duel der machtsklimmers met de sterkste benen en de vederlichte klimmertjes  over 1,2 kilometer.

Wie echt gaat sprinten rijdt de eerste luttele honderd meters nog voorop, maar vervolgens komt de ware muur tevoorschijn: een weg die begint te stijgen naar 10% 
Naast de weg zijn er zeven kapelletjes die de weeën van Maria uit moeten beelden, maar in dit geval ook die van vele stellen benen die schreeuwen om verlichting.
Een paar haarspeldbochten verder is de Muur echter nog niet klaar met de fietsende mens: 15% stijging  zorgt dat degene die net niet in topvorm is ook niet meer terug kan komen.
Alleen de volhardende bijter met iets meer kracht in de laatste meters die "nog maar" 6% zijn  kan de beste klimmer nog verrassen.

Om een impressie te geven van het soort winnaar in de waalse Pijl.
Degenen die de afgelopen 10 jaar wonnen  wonnen ook:

1 Giro, 1 Vuelta,  1 Tour de France
10 Giroritten, 7 touretappes en 8 Vueltaritten
2 Tirreni, 1 Dauphine en 1 Ronde van Romandie.
4 Amstel Gold races, 4 Luik - Bastenaken - luiken, 3 San Sebastians, 2 Lombardijse Rondes, 2 Milaan - Turijnen  en 2 Wk's.

Hiervan komt de winnaar van 10 jaar geleden er het meest bekaaid vanaf: Mario Aerts, die in de daaropvolgende Tour aardig meedeed, maar daarna vooral een meesterknecht werd.



maandag 16 april 2012

Een middagje in Zuid - Limburg

Het was al een tijd geleden dat ik eens een koers in het echt ging bewonderen.
tot afgelopen zondag,  toen ik maar eens besloot om naar het heuvelachtige zuiden van Limburg te trekken,  met mijn fiets erbij om te voelen wat het is om de finale van de Amstel Gold Race te rijden.

Even leek het een mooie en zonnige middag te worden, maar toen ik Heerlen verliet  was het voornamelijk grijs en guur te noemen.
Via een lange, licht stijgende klim kwam ik in Ubachsberg, om vanuit daar richting de Vrakelberg te dalen.
Tussendoor vond ik een nog wat steilere klim die ik uitprobeerde  en die na wat research vernoemd blijkt te zijn naar het dorpje waar de klim eindigt: Colmont.
Bij de Vrakelberg kwam veel plaatselijk volk bijeen  en samen met een helicopter die in de verte boven een andere heuvel hing verraadde dit wel dat er iets van koers moest zijn.

Na even wachten volgde de kopgroep met een bont gezelschap onbekendere renners,  die een aardige voorsprong op het peloton hadden.
Dat peloton komt vervolgens de bocht om als een gezellige groep, allemaal bij elkaar en nog net passend op de smallere weg, tijd om elkaar wel pijn te gaan doen is er toch nog genoeg.

Achter het peloton klim ik, na een banaantje, de Vrakelberg op die wel goed te doen is  en de weg leidt me vervolgens weer naar Ubachsberg en Trintelen.
Hier bekijk ik wat huisjes en het uitzicht voordat ik me lekker naar beneden laat vallen via de Eyserweg.
Het schema leert me dat er nog wel drie kwartier te gaan zijn voordat het peloton Eys aandoet  en dus eet ik nog een lekkere energiesnack en drink wat voordat ik de befaamde Eyserbosweg waag.

Deze onderschat ik wel een beetje: begin redelijk vlug, maar eenmaal tussen het publiek besef ik me "oja,  d'r komt nog een steil stuk tussen die bomen daar."
Dan maar een versnellingkje of wat lichter om de benen toch rond te krijgen en hoor een kind naar me roepen dat het zwaarste stuk nog moet komen, waarop ik terugroep dat ik dat inderdaad heb gezien.
Hier heb ik het uiteraard even zwaar, maar,  wat zigzaggend tussen de mensen door weet ik fietsend de top te bereiken.

Ik rijd een klein stukje terug en zoek een plekje tussen het publiek om de grote jongens hun heuvelbestormkunsten te kunnen aanschouwen.
Ik koel, ondanks een vrij beschut plekje tussen de bomen en de mensen wel aardig af.
De sfeer is gezellig te noemen, maar de spanning neemt toe naarmate de koers nadert.
Radio's gaan harder,  Ipad's gaan aan, camera's getest en de voorwachten van de koers aangemoedigd.
Als eerste duiken een paar vluchters op uit de oude kopgroep die het nog wisten te redden tot hier, maar al gauw komt de rest, voor het eerst op volle snelheid.
Gilbert, Sagan en andere favorieten voorop, wat mannen proberen aan te klampen en vervolgens volgen er een heleboel groepjes renners, waarbij Andy Schleck erg ver achteraan bungelt en ik ook Bram Tankink meen te herkennen en hem toeschreeuw.
Ligthart passeert met een van zijn ploegmaten voor hem uit  en een hoop renners die nog volgen worden naar boven gejoeld in alle talen.

Als het lijkt dat de laatste voorbij is stroomt de Eyserbosweg langzaam weer leeg, om weer de dagelijkse Eyserbosweg te worden, een verlaten maar steil landweggetje, eindigend op een winderig plateau waar ik mezelf niet warm weet te trappen.
Pas op de Fromberg kan ik weer warm worden  en deze beklimming ligt me wel: niet te steil en dus goed te doen op de macht.
Vlak voor de top moet ik aan de kant: er blijkt nog een renner achter me te rijden die in de koers zat.
Verhip ja,  de bezemwagen was inderdaad nog niet gepasseerd op de eyserbosweg.
Het is een renner van Accent Jobs, die de Amstel Gold Race toch wil uitrijden  en dat waarschijnlijk ook gedaan heeft,  buiten de tijdslimiet om.

Voor mij een goed moment om bij het groepje fans dat daar op een laptopje de finish aan het kijken is even mee te krijgen wie gaat winnen.
Freire lijkt het te halen, als ultieme revanche op het grondgebied van zijn oude werkgever.
Ik lach me bijna een Breuk, maar hij haalt het niet,  het is een outsider die ik gewoon was vergeten: Gasparotto.

Zelf vervolg ik mijn weg en kom in Schin op Geul voor een beruchte volgende gang.
Ik wist dat hij steil was,  maar als je hem in het echt ziet is het nog indrukwekkender dan op TV.
Mijn benen willen me het verbieden, maar het is te laat: ik ben aan de Keutenberg begonnen  en het is een heerlijke zwoegpartij.
Na een bocht is het nog niet voorbij  en ik prevel, half lachend, een kleine woordspeling op het woord "keutenberg"  waarbij de eerste "e"  ontbreekt.
De weg maakt een knik:  ik ben op het bijna vlakke beland, maar het is het soort klim dat niet meteen wil stoppen.
Beetje omhoog, beetje vlakker  en vervolgens een lang plateau in de koude wind.
Pas na kilometers golvende weg volgt de afdaling en die brengt me in Valkenburg.

Hier tref ik een soort carnaval aan in de motregen  en een politieman op een motor gebaart dat ik de Cauberg niet op mag.
Dan maar niet, ik was te enthousiast, want eigenlijk kon ik wel weten dat er een boel opgeruimd moet worden zo vlak na de aankomst, dus maar op naar het station.

Die Cauberg ligt er over een tijdje ook nog wel, wanneer er geen ontzettende drukte is.
Er zijn uiteraard ook nog een boel klimmen meer die ik nog wil proberen, zoals de Dode Man die door sommigen als de zwaarste klim in ons platte landje wordt bestempeld.



vrijdag 13 april 2012

De Amstel Gold Race: het vierde wiel aan de trike?

Het klassieke voorjaar boogt op vier zondagen in april met vier grote klassiekers.
De Ronde is traditiegetrouw de opener, Parijs - Roubaix de kasseienkraker bij uitstek en voorheen volgde dan Luik - Bastenaken - Luik als de zwaarste heuvelklassieker,  gevolgd door de laatste zondag van het kwartet met de Amstel Gold Race als mosterd na de stevige maaltijd.

Tegenwoordig mag de Amstel Gold Race het tussendoortje zijn nadat het wisselde met de Ardense heuvelgigant.
Door vele wielervolgers wordt de koers gezien als een mindere van de Groten, te vergelijken met de Vuelta tegenover de Tour en de Giro.

Toch is Amstel Gold Race geen koers voor watjes, laten we wel wezen: een vlugge opeenvolging van heuvels en veel gedraai en geCadier en Keer is niet iets dat het peloton veel plezier doet  en de Cauberg na 259 kilometer op en af is als De Muur of de Paterberg, maar dan zonder de kasseien.

De eerste winnaar was notabene de man die verantwoordelijk is dat het Bos in Parijs - Roubaix werd opgenomen: Jean Stablinski in 1966.
Ook kwamen onder meer Planckaert, Merckx, Raas (5x), Hinault, Kneteman, Rooks, Zoetemelk, Museeuw, Boogerd, Zabel, Dekker, Bartoli, Rebellin, Schleck en Gilbert  de erelijst danig opleuken.

Het koersen op een vrij klein gebied is anders dan de gemiddelde klassieker die van A naar B gaat, of via een enorme ronde (Luik - Bastenaken - Luik), maar niet per definitie een nadeel.
In de Ronde van Vlaanderen is er nu ook weer van een plaatselijke ronde sprake, die veel meer hetzelfde is  dan de lussen in Zuid Limburg die telkens over andere heuvels gaan.

De naam van de klassieker zal ook meespelen in het mindere imago: een wielerwedstrijd vernoemd naar een biermerk en ook nog in het Engels,  dat spreekt toch minder tot de verbeelding dan bijvoorbeeld De Ronde van Vlaanderen, Parijs - Roubaix, Luik - Bastenaken - Luik, Milaan - San Remo of de Waalse Pijl.
De namen van deze wedstrijden grijpen terug naar de oertijd van de wielersport, naar de grote wedstrijden die hele landen doorkruisten, naar gebieden, streken en plaatsen waar de koers doorheen komt.

De Amstel Gold Race wordt niet eens in de buurt van de Amstel gehouden (ondertekende dacht vroeger zelfs dat deze koers een waaierwedstrijd was rond Amsterdam en de kustgebieden, tot ik in 2002 toevallig voor het eerst de koers zag op tv) en bier tijdens het koersen is ook niet aan te raden.

Toch lijkt de wedstrijd wel te rijpen (vergeleken met de andere voorjaarsklassiekers is de Gold Race ruim 50 tot 70 jaar jonger!) en is het over een aantal jaren toch een nog meer gewaardeerde wedstrijd. Voor de jongere wielerliefhebber is dit echter gewoon een klassieker die ook al jaren een vaste waarde is.









woensdag 11 april 2012

De Koers van Voeckler

Thomas "titi" Voeckler  en diens vader hebben af en toe iets gemeen.
De overeenkomst heeft,  hoe kan het ook,  iets met koers te maken.

Het verschil is dat Papalief  deze koers aanging met een boot, waar Thomas dat met de racefiets doet.
De overeenkomsten zijn wel eens te zien in de koers, gezien vanuit het peloton.
Titi vertrekt dan vanaf de grote groep als was het de kust  en de rest ziet hem langzaam verdwijnen, richting een bestemming met de naam Overijse, Plouay of Zuid Laren.
Uitzwaaien doen ze echter te laat.

Ondertussen is het aan de commentatoren om de geschiedenis van zijn vader er minimaal eventjes bij te halen.
Echter, waar zijn vader nooit meer werd gezien vangt Thomas alle aandacht van de camera  en vindt het peloton zijn vermiste vadertje terug.

Zegevierend. 



Velo d' or 2012

Met de fameuze prestaties van Tom Boonen de voorbije anderhalve maand mag nu al bijna duidelijk zijn dat deze prijs vergeven is.
Het kwartet E3, Omloop, Ronde en Parijs - Roubaix in één seizoen winnen is uniek in het wielrennen.

Uiteraard kan Gilbert alsnog uit zijn slof schieten en nu weer het Drieluik-bastenaken - Luik winnen, plus de olympische wegwedstrijd en/of het WK,  plus nog wat najaarsklassiekers.
Maar even niet van dat uitgaande is het careeryear van Tom sowieso al geslaagd, naast die wielerprijs die hij eventueel gaat winnen.

Tom won deze zeven jaar geleden al eens, toen hij naast de winst in E3, Ronde en Roubaix ook wereldkampioen werd.


Stijn Devolder wil weer wat

Stijn Devolder is teleurgesteld in zijn voorjaar.
Het is er niet uitgekomen in de Vlaamse klassiekers  en ook vandaag mocht het niet lukken:  hij wilde namelijk starten in de Brabantse Pijl maar de ploeg nam hem niet op in de selectie.

Maanden training, maar geen vette vis te pakken,  dat is uiteraard een teleurstelling voor een ambitieuze wielrenner.
Devolder wil het weer over de boeg gooien van het klassementsrijden,  een discipline die hij een aantal jaren geleden al eens beproefde.
Dat leverde hem een verdwaalde elfde plek op in de vuelta van 2006 en wat zeges in de kleine Belgische ronden.

Verder zal hij erg moeten verbeteren mocht hij  die elfde plek al willen evenaren in de Tour de France.
Tot dusver is zijn hoogste klassering daar plaats 83 in 2009, toen hij naar eigen zeggen vooral voor een ritzege ging.

vrijdag 6 april 2012

De Tour vs. De Hel

De Tour de France en kasseien: het is een combinatie die tegenwoordig nog af en toe voorkomt.
Meestal geen hele lange ritten over de stenen en ook zelden de echt zware secteurs, maar het levert wel vaak spektakel op.
De vorige keer laaide ook de discussie op of men dit soort etappes nog wel moet inlassen, maar in mijn ogen mag het zeker wel om de aantal jaren terugkeren.

Ook dàt is namelijk Frankrijk  en het is vooral de angst voor de kasseien dan de kasseien zelf die meestal de ongelukken veroorzaken.
Maar als er geen kasseienrit is  dan valt men wel omdat ze bang zijn niet genoeg voorin te zitten (zie de valtombola genaamd "eerste week van de Tour 2011").


2010 had een kasseienrit tussen Wanze en Arenberg, met de finish vlak voor de befaamde passage door het Bos.
Er waren wat valpartijen, waaronder Frank Schleck die zijn schouder brak, maar de meeste schifting kwam toch door de kasseien zelf en een aantal renners met lekke banden.
Het peloton werd in stukken gescheurd, met ondermeer Contador, Armstrong, Wiggins, Gesink en Menchov die de slag mistten.
Cadel Evans en Andy Schleck zaten wel bij het groepje kasseienvreters  en Thor Hushovd won de rit, terwijl Cancellara de gele trui heroverde.

2004 kende een etappe met een paar stroken, waaronder een deel van de Carrefour de l'arbre in een etappe tussen Waterloo en Wasquehal.
Ook de Muur zat ergens in het begin van de rit, dus veel spektakel leverde die passage niet op.
De kasseien waren andere koek: de ploegen van US Postal, T-mobile en Phonak besloten de gaskraan open te draaien, om een voorschifting te forceren.
In de chaos om goed voorin te blijven voordat men de secteurs ging aansnijden vielen er uiteraard een aantal renners, waaronder toenmalige favorieten voor het podium in Parijs: de Euskaltelrenners Mayo en Zubeldia, maar ook Menchov zat er niet bij.
Voorbij de kasseien bleef er een half peloton over, dat in volle vaart koers zette richting Wasquehal.
Ook geletruidrager Hushovd had verrassend genoeg de slag gemist, waardoor McEwen in de sprint genoeg bonificaties wist te pakken om de trui op te eisen.
Jean-patrick Nazon won die dag.

In de jaren '80 waren er ook een aantal malen waarin de kasseien opgenomen waren in een etappe.
Het leverde in 1983 vooral een slapstick op met de Colombianen die voor het eerst deelnamen en op het begin meer weghadden van een Jamaicaans Bobteam toen ze bijna letterlijk wegwaaiden of van de kasseien stuiterden.
In de bergen zouden ze echter wel het een en ander rechtzetten.

Ook een bekende kasseiendag was de vijfde etappe in de Tour 1980, van Luik naar Lille (Rijsel)
De Tour van Joop, de Tour van de regen.
In deze etappe leek het echter nog niet op de Tour van Joop.
In de Tijdrit had Hinault hem al een klap uitgedeeld  en ook in de regenachtige hellerit die volgde ontbond  Bernhard zijn duivels.
Samen met Hennie Kuiper reed hij twee minuten weg van de Joop en de rest, de Tour leek gedaan voor Zoetemelk  en de Ti-Raleighploeg moest maar voor zoveel mogelijk ritzeges gaan.

Voor Hinault was de rit een sportieve wraak op het verlies op de kasseien een jaar eerder, toen hij lekreed en veel tijd verloor.





Dromen over Parijs - Roubaix

Helaas kan ik de klassieker der klassiekers (zeker na het verdwijnen van een bepaalde helling uit een parcours)  niet live zien, maar in mijn dromen was ik er wel aanwezig.

Aanwezig op mijn gewone stadsfiets welteverstaan.
We waren van start gegaan in droge omstandigheden , maar op de kasseien lag het veld gauw uiteen.
Ik zat goed voorin,  bij een boel onbekende renners en ook deed Nick Nuyens mee, evenals Cancellara.
Midden in de koers, na het Bos stopte ik voor een servicebeurt aan mijn fiets en wat bleek: het frame begon te scheuren!

Ik had geen ploeg die me een nieuwe fiets kon geven  en dus moest ik, zoals in de prehistorie van de wielersport, naar een garage om wat noodreparaties te verrichten.
Met wat tape probeerden we het maar een beetje te herstellen, want als wielrenner wil je gewoon doorgaan, ook al ligt je fiets bijna doormidden  of zijn er wat botten gebroken.
Het begon ook nog te regenen, dus dat leek me al een extra uitdaging.

Samen met een andere renner hervatte ik de koers,  richting de laatste kasseienstroken.
Helaas verloor ik door mijn kapotte fiets snelheid op de asfaltstroken, maar op de kasseien zou het misschien, als het niet definitief doormidden brak wel voor extra vering kunnen zorgen, zoals de geveerde fiets van Museeuw in 1994.
Voordat we weer de keien zouden tegenkomen  werd ik helaas wakker..

To be continued?

donderdag 5 april 2012

Parijs - Roubaix (de platen spreken voor zich)





















Beter leren dalen

Wil je een beetje professioneel overkomen als wielrenner dan zul je eigenlijk op elk vlak moeten trainen, afhankelijk van je ambities.
We kennen wel de koersen waarin een goede klassementsrenner in de verkeerde waaier belandt,  van de kasseien stuitert omdat daarop oefenen voor die ene etappe toch niet nodig is  en renners die een net klassement rijden, maar toch telkens veel tijd vergooien in een tijdrit omdat ze niet denken aan tips voor een betere houding.

Een ander vak is het afdalen.
Ook hier heb je natuurtalenten die als een motogp door de bochten vliegen, terwijl anderen elke bocht vierkant nemen als een omaatje met rollator.
Op de bochtentechniek is het een en ander te leren, op lef (denk aan een Savoldelli) dan weer minder.
Het hebben van lef is ook niet nodig zolang je gewoon de bochten goed neemt en zo min mogelijk snelheid verliest  en je bij de groep kan blijven.

Rabobank is door de schade en schande wijs geworden en heeft de renners laten trainen op het afdalen.
Met de hulp van een oud downhiller werd er een paar dagen getraind en de renners gingen er zichtbaar op vooruit.

Ook een goede training voor wielrenners zou een valtraining kunnen zijn: leren van een judoka en/of stuntman hoe je een val goed kunt breken of vermijden.
Beide kunnen natuurlijk niet voorkomen dat men wel eens lelijk valt of in een valpartij terechtkomt (zeker in een nerveus peloton), maar het kan wel helpen om minder vaak te vallen en geblesseerd te raken.


woensdag 4 april 2012

Een regenachtige wedstrijd in Vlaanderen

Ook in 2012 kan het nog: regen in een klassieker, in april.
Dat bewees de Scheldeprijs vanmiddag  en meteen bleef er weinig over van het peloton.

Cavendish was er al niet aan begonnen omdat hij zojuist vader is geworden, maar Tom Boonen ging wel van start.
Boonen deed mee om nog wat wedstrijdkilometers te maken voor de Grote Zondag  en liet nog even zien dat hij vaart kon maken op zijn geliefde ondergrond.
Verder reed Omega Pharma voor de Italiaanse Boonen, ofwel Chicchi.
Deze kwam echter niet in de top voor op het einde,  net zo min als Tom zelf die het na zijn test wel goed vond allemaal.

De sprint was "gewoon weer" Marcel Kittel die nu de eerste zege binnenhaalt voor de nieuwe hoofdsponsor Argos Oil, hij ging Tyler Farrar net vooraf  en voor Rabobank werden nog wat punten gescoord door Theo Bos.

Ook na de finish wordt er nog wel eens gevallen.
Dat bewezen een aantal renners die tijdens het remmen op het gladde wegdek (kasseitjes!) en/of de verf van de reclames gingen glijden.
Zo erg als de beroemde Giroglijbaan werd het dan weer niet, maar zoals in de afgelopen weken vaker het geval was werden derden ook betrokken in de tuimelpartij (nu een fotograaf).

Parijs - Roubaix 1896

Parijs - Roubaix sluipt langzaam maar zeker richting zijn 120 jarige bestaan.
Ouder dan de Tour de France  en ook langer dan andere grote klassiekers, behalve Luik - Bastenaken - Luik die al in 1892 voor het eerst plaatsvond.

Hoe zag de allereerste editie van de Helleklassieker eruit?
Nou, die was al meteen Spartaans.

Men startte midden in Parijs  en ging via een zo recht mogelijk lijn naar het kleine textielstadje Roubaix.
Destijds was het vooral bedoeld om deze stad meer bekendheid te geven en tegelijk een economische boost.
Iets waar de organisatie bepaald  de plank niet in zou misslaan, want in tegenstelling tot veel andere klassiekers kwam er meteen een breed deelnemersveld aan de start met naast Fransen ook Duitsers, Britten en Denen.

De wedstrijd was aanvankelijk bedoeld als een opwarmertje voor Bordeaux - Parijs  en de 280 kilometer die toentertijd in Parijs - Roubaix afgelegd moest worden was inderdaad een opwarmertje voor de 560 kilometer die deze klassieker lang was!

Toch was de eerste Hel (toen nog geen hel omdat de eerste wereldoorlog nog voor deze naam moest zorgen) geen makkie.
De helft van de renners die zouden starten bleven op de dag van de wedstrijd lekker in bed liggen,  terwijl de andere helft de race over de modderige wegen wel durfde te wagen.
Hieronder ook de winnaar van de eerste Tour de France: Maurice Garin.

De renners kwamen na negen uur koers (al heel snel voor die tijd) het velodroom  binnendruppelen,  besmeurd met modder en bloed.
Als  eerste held  kwam  de Duitser Josef Fischer binnen, die onderweg nog een ontmoeting had gehad met een paard (die schijnen zich aangetrokken te voelen tot Duitse wielrenners)  en even verder zijn pad gekruisd zag door een meute koeien.
Ondanks dat kwam hij 25 minuten eerder binnen dan de nummer twee: de Deen Charles Meyer.
Maurice Garin completeerde het podium.

Maurice Garin zou hem een jaar later winnen,  in een sprint met de Nederlander Mathieu Cordang.

dinsdag 3 april 2012

De "Help, ik zie niks meer!" uitverkiezing van lelijkste wielershirts.

Wielershirtjes kunnen opvallen door eenvoud, mooiheid (helaas vrij schaars) of juist een combinatie van vreselijke vormpjes en kleuren.
In deze verkiezing komen de tenues tevoorschijn die alleen maar mooier kunnen worden wanneer je er Parijs - Roubaix mee rijdt in de regen, of er een keer mee door het prikkeldraad rolt (sorry Johnny!)

Het eerste shirt is er eentje voor tijdens een koers die toevallig tijdens carnaval plaatsvindt.
Een bakfiets erbij maakt het plaatje dan compleet.
De ploeg? gewoon de castoramaploeg, begin jaren '90, je weet wel: met Riis, Durand, Moncassin, Thierry Marie en Leblanc.
















Het is nog niets vergeleken met de oude Sprinterstrui in de Vuelta.
Men vond het leuk om de sprinters een trui te geven die teruggaat naar de zee (het waarom ontgaat me even), maar het idee had mooier uitgevoerd kunnen worden dan wat het uiteindelijk werd.
De bolletjestrui in de Tour is al niet moeders mooiste en zeker om de schouders van iemand die niet goed kan sturen meer een clownstrui, maar dat kan nog cult genoemd worden.
Nadat Thor Hushovd het ding droeg en er spontaan niet meer als een sterke Noor uitzag ging men het jaar daarna maar voor een rode trui, het volgende voor een blauwe en vanaf 2009 de groene trui zoals we die van de Tour kennen.





















Ook zo'n leuk idee was het combinatieklassement in de Tour de France, anno de eighties.
Daar hoorde een trui bij met daarop alle kleuren van de truienboog en ging in de volksmond al snel door het leven als de lapjestrui.
Lelijk, maar toch wel cult en niet in de laatste plaats omdat Eddy, Joop, Greg, Bernhard en Steven hem ooit wonnen.
Nog beter: ik zag er vorig jaar! nog iemand in fietsen.





















Ook minder sexy ogen de renners van Lampre sinds de kleur Roze wel ernstig ging overheersen.
Nu mag ik als homo zijnde geassocieerd worden met die kleur: in wielertenues is het, buiten het Roze van de Giro, zelden een gelukkige keuze.
Alleen ONCE kon het redelijk mooi laten zijn, tot ocharme Beloki er mee over het asfalt stuiterde.
Michele Scarponi ziet er in elk geval beter uit in het witblauw van Diquiovanni.
Maar won er wel de Giro mee, omdat Contador door de verblinding de mazen in de wet niet meer kon vinden.





















Minder verblindend, maar niet minder lelijk is hetgene waarmee Jean Delatour in 2000 voor de proppen kwam.
Het is doet denken aan een willekeurig kerstproduct uit een Duitse prijsvechter en was wellicht ook de reden dat de ploeg geen wildcard kreeg voor de Tour de France.





















Een ander Arty-farty grapje kwam uit de handen van de ontwerper van het tenue waarin de Mapeiploeg in de jaren '90 vele klassiekers onveilig maakte.
Met een dergelijk pakje ga je inderdaad wel harder rijden, want des te eerder kun je het weer uittrekken: werkte wellicht net zo goed als EPO.

En dan te bedenken wat voor lelijk tenue, met een soort zonnebloemetjes de voorganger van Mapei het peloton en het volk voorschotelde.
Als Vincent van Gogh het zou kunnen horen, dan draaide hij zich om in zijn graf.



















Voor het laatste shirt raad ik je aan om een zonnebril op te zetten.
De ontwerper van de shirts van de Chazalploeg gebruikte namelijk wat andere doping dan de renners van de ploeg om tot de uitvoering van zijn ontwerp te komen.
Je zou zeggen: de andere renners worden verblind door het pakje, waardoor de mannen van chazal verschillende overwinningen zouden boeken.
Het liep anders: de concurrentie ging harder rijden en ondanks Kirsipuu, Moreau en Kasputis kwamen ze met dit shirtje in 1994 en 1995 slechts tot 4 overwinningen.

Postuum verdient de ploeg de prijs van het allerlelijkste shirt en dat maakt nog een boel goed.























Overigens is er nog een troostprijs voor verblindende shirts weggelegd voor ISD - Neri.
Deze Italiaanse ploeg was goed voorbereid op alle omstandigheden met deze outfit: ook een eventuele nachtelijke proloog, of een Erwtensoep Goldrace kon er zonder verdwalen mee gereden worden.

Parijs - Roubaix 2002: met een jonge Boonen en een "oude" (Mus)(l)eeuw

14 april 2002.
Het is een dag in Noord Frankrijk zoals velen, maar met de koers die komen gaat doet hij denken aan een jaar eerder.
Regen, wind en een 36 jarige Vlaming die in zijn element is.
Vorig jaar was de schaduwkopman Knaven vooruitgeschoven en werd hij tweede, nu stonden zijn zinnen op een derde Roubaix en een tiende wereldbekerzege.

Met nog zo'n 40 kilometer te gaan besluit hij om de rest zijn met modder besmeurde achterwerk te laten zien en het liefst steeds kleiner te laten worden aan de grauwe horizon.
Vanaf kop rijdt hij weg en zoekt zijn eigen baan door de modder en over de spekgladde kasseien.
Achter Museeuw vraagt Hincapie aan zijn jonge teamgenoot bij US Postal om het tempo in de achtervolging op te voeren en dat gebeurt.

De naam van de jonge knecht is Tom Boonen en de manier waarop hij het gat met Museeuw lijkt te gaan dichten is indrukwekkend.

Roger de Vlaeminck ziet zichzelf terug in de jonge Boonen, Michel Wuyts wordt verliefd, maar voor George Hincapie wordt het teveel.
De Amerikaan stuitert kapotgereden en leeg van de kasseien af en duikt in de sloot.
Tom moet natuurlijk inhouden.

Johan Museeuw wint zijn derde Parijs - Roubaix op zeer mooie wijze.
Onderweg mocht Boonen toch nog voor zichzelf gaan en is met Steffen Wesemann richting het velodrome gereden, om hier derde te worden.
Voor Museeuw was het de laatste overwinning in de Hel en voor Boonen zou de tijd nog wel komen.

Inderdaad: tien jaar later staat Boonens zegeteller ook op drie in Roubaix en net als Johan Museeuw ook driemaal de Ronde en eenmaal het WK.
Daarnaast driemaal Gent-Wevelgem en vijfmaal de E3.
Tom is jonger dan Johan tien jaar geleden en kan zondag op dezelfde hoogte komen met de Vlaeminck.

maandag 2 april 2012

De herkomst van de Chasse Patat

Op verzoek van de googelaars (en wellicht andere geinteresseerden onder de lezers).

Chasse Patat en Mayo ging eens op zoek waarom de hopeloze achtervolging van een renner die achter een groepje of koploper jaagt zonder deze ooit bij te halen nu een "Chasse Patat" wordt genoemd.

De Term der termen is ooit, als een frietlucht uit het fritkot op een zomerse dag aan de zilte zee, overgewaaid uit de zesdaagsen.

In de zesdaagsen waren er, langer geleden, in de tijden van Post, Moser en Merckx ook meer middagwedstrijden die voornamelijk schooljeugd trokken.
De toppers deden het dan rustiger aan om zich te sparen voor de avond, terwijl de koppels die al ronden achter lagen de show mochten maken voor de jeugd die nog weinig kennis had van de sport.
Deze maakten dan weer een rondje of meer goed en lieten een leuke strijd zien.
Ze lagen al te ver achter om nog terug te komen in de strijd om de echte knikkers.

Het moge duidelijk zijn dat "Chasse" slaat op de jacht, het jagen van de renner op een te ver voorliggende groep.

De tweede helft: "Patate" slaat op de mindere coureur: hij is in feite een aardappel van een renner, een slappe aardappel die te lang heeft gelegen welteverstaan.

Recente voorbeelden van een chasse patat:
Luca Paolini in de Ronde, even later gevolgd door Peter Sagan.

Hoe kwam men op mijn blog terecht?

Nu ik weer een lange tijd blog, na de lange pauze tussen eind 2007 en augustus 2011, vond ik het wel eens leuk om in mijn statistieken te kijken via welke zoekwoorden men hier terecht is gekomen.

De afgelopen weken is er vooral gezocht naar wie de sponsor nu zou zijn/worden van 1t4i - Shimano, dus wat dat betreft heb ik een interessant stukje geschreven.

Waar men nog meer naar zocht en ook echt opviel:

Veel mensen blijken te zoeken of er homoseksuele wielrenners zijn, toch een hot item blijkbaar!

Verder werd er gezocht op:

Ruben van de Meer, gabber Misschien zochten ze een strak pakje
Aureool Om dopinggebruik te maskeren neem ik aan.
Neukertje Wellicht ook op zoek naar een homoseksuele wielrenner?
Chasse Patat herkomst Dan ben je op het juiste adres! nu nog een stukje schrijven over het begrip Chasse patat in het algemeen.
Mevrouw Gonzalez naar tandarts De tandarts van Simoni?


Het meest gelezen is niet het bericht over homoseksuele wielrenners, maar twee berichten uit 2007.

Overigens een blogjaar waarvan ik de berichten nog wel laat staan, het is wel leuk om te zien hoe ik mezelf ontwikkeld heb in het schrijven en zoeken van onderwerpen.
Destijds begon het meer als een grappig blogje met vooral veel gelach over dopingzaken.

zondag 1 april 2012

Boonen op recordjacht.

De eerste Ronde 2.0 lijkt me vrij geslaagd: een slijtageslag in droge omstandigheden.
De allerbesten van de dag bleven over, zonder enige twijfel.
Toch moet ik toegeven dat ik de muur nog wel mis, hoewel ik niet veel heb met de kerk had dat kapelletje bovenop wel iets speciaals, iets dat een zware klim net iets meer karakter lijkt te geven dan een Paterberg of Oude Kwaremont.

Maar ach, na 5 jaar deze finale raakt de combinatie Oude Kwaremont - Paterberg zeer zeker ingeburgerd.
Al zou het meer een rechtstreekse aankomst moeten zijn dan een paar rondes die doen denken aan een criterium.

Bij de allerbesten ontbrak natuurlijk wel Cancellara.
De man die in de Ronde twee dingen kon doen: korte metten maken met de tegenslag die hij in eerdere koersen tegenkwam, of verder gaan met deze shitsequence.

Dat tweede werd het dus: gevallen in de bevoorrading, lulliger kan het bijna niet. Cancellara zien liggen op het asfalt, niet meer opstaand was ook een grote negatieve verrassing.
Fabian Cancellara. De haast niet kapot te krijgen beer, Spartacus, was geveld... door een rondslingerend bidonnetje in een bevoorrading.

Even later was het de beurt aan Langeveld om met hoge snelheid de grond op te zoeken.
Een ongelukkige samenloop van omstandigheden: wat supporters die dicht bij de weg staan te kijken, renners die zoals wel vaker de volle breedte van het parcours proberen te gebruiken en ook de stoep of fietspaadjes naast de weg.
Vaak gaat dat goed, maar ditmaal was het geluk op voor Sebastian, die het fietspaadje opzocht, net als een aantal anderen.
Twee toeschouwers staan letterlijk midden in het tumult, zien nog wat renners die in volle vaart ook naar rechts wijken wel erg op zich afkomen, schrikken en springen naar achteren.
Daar bevindt zich dus Langeveld, die door een van de toeschouwers als ware hij een karatekid onderuit wordt geschoffeld.
Gebroken sleutelbeen en einde voorjaar.

Tom Boonen daarentegen heeft alleen af te rekenen met de Paterberg, Pozzato en Ballan.
Het levert hem de derde keer winst in de Ronde op en daarmee is Boonen de vijfde renner die dit presteert.
Johan Museeuw was 14 jaar geleden de laatste.

Te hopen voor Tom Boonen dat wanneer hij Parijs - Roubaix volgende week niet wint en dus niet al op gelijke hoogte komt met De Vlaeminck dat dit te wijten is aan een sterkere deelnemer, een mindere vorm of materiaalpech.
Niet de manier hoe het Museeuw verging na zijn derde Rondezege, dat wens je niemand toe..

Komende week kom ik uiteraard nog terug op de eerste Parijs - Roubaix van Tom.
Deze is alweer 10 jaar geleden en toen al indrukwekkend.