donderdag 4 oktober 2012

Paolo Bettini 2006, een nare vloek.

Een veelbesproken mythe is het in de wielerwereld:  die vloek van de regenboogtrui.
Meestal treft de vloek de renner letterlijk tijdens of buiten de koers.
Dit kan ook een deels psychische vloek zijn, waarin druk en de wil om vorm te behouden regelmatig de desbetreffende renner de Das omdoet. 

Waar vaak de renner zelf het meest last heeft van de vloek  kan er in een bizar geval ook sprake zijn van het feit dat een ander zwaar getroffen wordt.

Dat laatste zou het geval zijn bij Paolo Bettini.

Paolo was nog in een roes van hetgeen hij bleefd had in Salzburg.
De regenboogtrui pronkte trots in het huis van de Krekel  en voor familie en vrienden zou er ook een groot feest komen.
Bettini had uiteraard de trui al dagelijks gedragen  en vol Italiaanse trots geshowed aan zijn familie e gli amici.
Paolo had nog een wens dat seizoen:  schitteren in Lombardije,  op de manier zoals hij vorig jaar iedereen in de sprint zijn wil oplegde.
Of beter nog: solo,  wijzend naar de welverdiende regenboog op zijn buik.

Na de laatste koers van het jaar moest dan het grote feest komen.
Broer Sauro zou het allemaal organiseren terwijl Paolo ondertussen zich klaarmaakt voor de koers van de vallende bladeren en uiteraard ook de Coppa Sabatini die hij een week voor de laatste afspraak aan wil doen.


Op een herfstavond heeft Sauro met vrienden vergaderd over het organiseren van het grote feest.
Als iedereen er wel over uit is hoe dat feest vorm gaat krijgen stapt Sauro in zijn Subaru  om naar vrouw en zoon terug te rijden.
Echter,  vlakbij huis slaat het noodlot toe.
Sauro verliest de macht over het stuur,  slipt en vliegt via een muurtje in een sloot.
Hoewel de brandweer er vlug bij is om hem te bevrijden en de ambulance hem met spoed  naar het ziekenhuis brengt komt de hulp te laat.
Sauro overlijdt in het ziekenhuis..

Paolo komt met een harde klap terug op aarde.
Zwaar aangeslagen kan hij en de familie zich gaan richten op het begraven van een naaste.
Koersen is slechts een nietige bijzaak die dagen.
Het liefst zou de krekel zijn fiets aan een stel wilgentakken hebben gehangen.
Zonder zijn broer waarmee hij ook nog eens een zeer hechte band had  was het toch niets meer waard die koers,  dat afzien.

Nadat Sauro begraven was besefte Paolo echter dat zijn broer niets liever zou willen dan dat hij wel door bleef koersen.
Dus Bettini trok die vervloekte trui toch weer aan,  haalde de fiets uit de schuur,  vond zijn helm terug in het hoekje waarin hij hem uit alle onmacht en verdriet neer had gesmeten  en besloot gewoon van start te gaan in die laatste grote koers van het jaar.

Steun,  lieve woorden en schouderklopjes van ploegmaten,  vrienden en collegas waren zijn deel.
Hij werd respectvol omsloten voor het cocon van het peloton,  voor even dan,  want uiteraard zou er wel gestreden worden in de 250 kilometer lange koers door het Lombardije dat daar zo prachtig bijlag in volle herfstkleuren.

Paolo had deze wedstrijd al vet omlijnd toen hij de wereldtitel had gewonnen, maar met de dramatsiche gebeurtenissen kreeg het nog eens een diepere betekenis voor de Italiaan.
Iets anders dan winnen was geen optie meer.

Op vijftig kilometer van de aankomst is de voet van de Madonna del Ghisallo; dé heilige wielerberg.
Bijna vanzelfsprekend dat Bettini hier zijn eerste aanval plaatst,  hoewel het ver is  kan eens flink aan de boom schudden wellicht geen kwaad:  maar gewoon eens kijken hoeveel hij er nog meekrijgt.
Wellicht gaat er tegelijk ook iets religieus van uit  en voelt Paolo extra kracht in het geloof dat Sauro meekijkt.

De aanval levert een aardige groep medevluchters op,  een groep om nog wel kilometers mee rond te draaien  aangezien hij mannen als Rebellin, Boogerd en Di Luca mee heeft weten te krijgen.

Op een volgende klim, de Civiglia, schudt hij met bovenaardse grinta het gros van die kleppers van zich af.
Als een wilde valk duikt hij richting de volgende klim.
Bijna vliegt ook hij uit de bocht, maar Paolo weet het spoor nipt te houden.

Enkel Fabian Wegmann probeert hem nog bij te houden op de San Firmo di Battaglia.
Maar hoewel de Duitser ongeveer huilend van de pijn probeert bij te blijven beseft hij dat hij niet de macht zal hebben om een verbeten en geëmotioneerd man bij te houden.

In de laatste honderden meters, als Bettini beseft dat zijn achtervolgers hem niet meer zullen pakken volgt de emotionele ontlading.
Diepe droevenis is zelden zo goed van een renner afgespat als op dat moment.

Het moment dat Bettini over de finish komt en de camera zijn door vele emoties getekende en huilende gezicht vol in beeld toont.

Kippenvel..




Geen opmerkingen:

Een reactie posten